Je ziet ze overal. Theatrale conflicten. Tussen mensen, mensen en voorwerpen of mensen met zichzelf. Vanmorgen had ik er zelf nog ééntje. Een klassieker, zelfs! Er werd aangebeld. Ik doe open. Niemand. Het is weer zo ver. Een kwajongen, schorriemorrie van de bovenste plank, tuig van de richel, rapaille; een belletjestrekker – wat een lekker woord is dat eigenlijk; belletjestrekker -. In mijn verwoede poging dit gespuis achterna te gaan ontstond er een heftige strijd met mijn slipper. De grote teen die niet links, maar rechts van het, bij de teenslipper essentiële tussenpaaltje (heeft dat ding een naam?), zich manoeuvreerde maakte dat ik een conflict kreeg met mijn geliefde rode slipper. Hierna kreeg ik al snel een nieuw conflict, ditmaal met mezelf. Was ik nog op tijd om deze belletje trekkende kapoen achterna te gaan? Twijfel ontstond. Zal ik wel, zal ik niet. Ik ging niet. Maar door het twijfelen en de strijd met mijn slipper bleef het derde conflict, het intermenselijke conflict, met mijn nieuwe vijand, de belletjestrekker, de snotaap, de pagadder, gelukkig uit. De doerak…