Bij de toneelcentrale zijn enkele van mijn theaterteksten uitgegeven. Vaak maak ik voor een theatergroep een stuk dusdanig op maat wanneer ik bij hen regisseer dat daarmee een nieuwe toneeltekst ontstaat. Deze zijn vervolgens verkrijgbaar en op te vragen bij de toneelcentrale.
Horatio is een toneeltekst waarin het verhaal van Hamlet verteld wordt vanuit zijn beste vriend Horatio. De vraag is hoeveel moeite het Horatio kost zijn vriend zichzelf te laten verliezen en de vriendschap te verliezen. Horatio stopt Hamlet niet in het stuk en in Horatio kom je erachter dat dit ook niet mogelijk voor hem was. Gewoon, omdat hij het niet kon uit vriendschap.
Het toneelstuk is op te vragen via de toneelcentrale. Het stuk is oorspronkelijk een keer opgevoerd door scholieren van een middelbare school. Zij speelden de voorstelling energiek en enthousiast, waarbij de scène met de toneelspelers natuurlijk voor de nodige hilariteit zorgde. Zij speelden de voorstelling met 3 Horatio’s tegelijk, waardoor deze onderling hun gedachten en overwegingen konden delen.
Hieronder een klein voorproefje van de tekst.
Horatio:
Er zijn geen vragen meer.
Het ademen was gestopt.
De wind blies onguur door het land.
In mijn longen is het opgehoopte stof gezakt.
Neergedaald en tot rust gekomen.
De koning was gevallen. En is gevallen.
Alles wat rot was heeft net zolang doorgerot tot het was
vergaan tot stof.
Niemand had gezien wat er was gebeurd, maar iedereen
voelde de pijn.
De pijn van duizenden scherpe messen die branden op de
huid, die snijden, die tarten.
Messen die zich in je hoofd verschuilen.
Messen die zich verstoppen in je handen.
Messen die je niet voelt dat je ze draagt.
Het is voorbij.
Ik was de enige die nog stond.
Verder was iedereen uitgemoord.
Letterlijk; uitgemoord.
Er klaar mee zijn.
Alles en iedereen was dood.
Als je nog had willen moorden, dan had het wel gekund.
Maar het ontbrak eenieder aan de lust.
Als je bloed ruiken kunt, maar echt ruiken kunt – als in: dat je
voelt dat je maag zich omdraait – dan ontbreekt het je ineens
echt aan lust om te moorden.
Moorden doe je niet als hobby.
Moorden is geen werk.
Moorden is onwetendheid verpakt in dwalende gedachten.
En als alles en iedereen vermoord is.
Het je ontbreekt aan lust.
Dan komt eindelijk dat moment dat je herkent van voor je
geboren was.
De stilte.