Normaliter is een theaterrepetitie niet iets waar je je kinderen mee naar toe neemt. Maar nood breekt wet. En na het zien van Max brak mijn hart, dus ach… wat kan het. Max was stil en keek gebiologeerd naar de spelers en natuurlijk vooral als zijn moeder opkwam. Nou, ja opkwam… Opstruikelt, oprolt, opdartelt, opvliegt, maar het hoort bij de rol.
De repetitie verliep strak en er moest hard worden gewerkt. Zo vlak tegen lunchtijd is er een speler (die niet meespeelt in deze productie – een stil lid) die heerlijke broodjes komt brengen. Wat was dat een heerlijke lunch. De moeder vraagt aan haar zoon wat de taak nou eigenlijk was van die meneer die alleen maar dingen schreeuwde en riep vanaf de kant (doelend op mijn subtiele vorm van het geven van regie aanwijzingen). ‘Waarom was die meneer er eigenlijk, Max?’ vraagt de moeder. Max kijkt glazig en propt zijn mond vol met het krentenbrood en een deel van zijn vuist. Maar hij blijft luisteren. De spelers leggen Max uit wat een regisseur doet. Dat hij zegt waar iedereen moet staan, waar iedereen vandaan opkomt, wat iedereen moet zeggen. En we zien Max denken. Max hoort zijn basisschooljuf uit de klas hem streng toespreken. Hij hoort de woorden die zij wel eens zegt. En Max ziet zijn kans schoon. Eindelijk kan hij die woorden gebruiken.
Max recht zijn rug, richt zijn blik op de regisseur en spreekt hem streng toe: ‘Je mag de baas niet spelen!’
Vanaf dat moment is Max mijn favoriete toeschouwer. De beste observant! De spiegel van de regisseur. Max is een toekomstig theaterbeest.
De voorstelling waar aan gerepeteerd werd, wordt gespeeld door toneelvereniging De Flits in Delft. ‘Veel gedoe om niets’ spelen zij vanaf half maart. Meer informatie op: http://www.deflits.nl/