Sinds kort heb ik een elektrische fiets. Ik heb er de leeftijd niet voor, maar wel de weerstand tegen fietsen. Het spaart benzine (milieuactivisme! Red de planeet! Save our children! Vrouwen en kinderen eerst!) en dus ook mijn portemonnee. Maar sinds ik op mijn elektrische tweewieler trap valt mij op dat mijn medeweggebruikers anders naar me kijken. Afkeurend, neus ophalen en met licht gehoon wentelen de gezichten zich af. Of is dat slechts perceptie?
Is het beeld dat ik van mezelf op de E-bike heb dat ik vind dat het eigenlijk niet kan. Dat ik eigenlijk zelfstandig moet kunnen trappen. Tenslotte is zo’n elektrisch wiel vergelijkbaar met zij-wieltjes voor de spierlozen. Misschien ben ik dat dan wel. Maar anders zou ik helemaal niet fietsen – zeg ik dan hardop als mantra -.
Het beeld dat ik heb hoe anderen mij zien is het beeld dat ik maak hoe anderen mij zien. Zo zei ik tegen iemand die spreekangst had dat dat ook komt, omdat hij dacht dat hij hen niets boeiends te vertellen had en al helemaal niet op een manier die hen kon boeien. Maar draai het eens om. Die mensen zitten voor jou in de zaal, dus waarschijnlijk willen ze wel naar je luisteren, vertel je het boeiend en is het nog goede informatie ook.
Dus perceptie is ook alleen maar één van de vele beelden van de werkelijkheid.