Maart 2022 – [Onderzoek – MKE2]

Maart – tijd (snapshot 27 maart 2022)


27 maart 2022 – peerfeedback Cato

Uit de peerfeedback van Cato vandaag bleek dat ik nog enkele zinnen actiever kon verwoorden en dat ik hier daar een woord was vergeten aan te passen naar aanleiding van redactionele feedback. Daarnaast ontving ik complimenten over hoe het geheel samenhing.

Reflectie: Ik vroeg mij af. Wanneer ben ik klaar. Ik belde met Charissa en vroeg dat waarop ze zei: ‘als er saturatie plaatsvind’. Dat was de zin die ik nodig had. De feedback over aandachtspunten had zich herhaald en heb ik zoveel mogelijk herhaald en de complimenten op de wisselwerking tussen de onderzoeksresultaten, bronnen en hier en daar mijn persoonlijke beleving kwam vaker terug. Ik lees het geheel nog één keer na en verklaar het: klaar voor nu. 


26 maart 2022 – peerfeedback Mees

Zojuist ontving ik peerfeedback van Mees. Algemeen gaf ze aan dat ze onder de indruk was, het geheel navolgbaar was, de tekst leuk en verhelderend door de afbeeldingen en dat ik goed systemen kan visualiseren. De kritische kanttekening richtte zich erop dat ze meer van mij wilde lezen (wie ben ik dat ik dit mag zeggen) en op de hoofdvraag.

Reflectie: Het is fijn te horen dat het geheel navolgbaar is en duidelijk. Mees benoemt haar behoefte aan meer mij als smaak. Ik hoorde het bij het schrijven van de positionering ook vaak terug. In de leeswijzer is het geen vereiste en mede hierom kies ik ervoor dit niet extreem naar voren te brengen. Ook omdat ik persoonlijk vind (en dat is dan wel mijn positie) dat het onderzoek niet persé sterker wordt door meer mij naar voren te brengen, omdat dit ten koste gaat van onderbouwing en validatie van bevindingen. Het onderzoek is door mij gedaan, dus dat bepaald in basis al dat ik selecteer en het discours gedeeltelijk mee bepaald. Waar ik vond dat Mees echt een punt had was bij het vermelden van mij eigen context (‘al is het maar met één zin’ (Mees Heijman, persoonlijke communicatie, 26 maart 2022). Hier ben ik het grondig met haar eens. Dat geeft weer waarom ik het recht heb te zeggen wat ik wil zeggen. En waarom ik het discours van het onderzoek mag en kan bepalen. Dat voeg ik dan ook zeker toe. Over de hoofdvraag en haar onduidelijkheid kwam naar voren dat dit kwam door onduidelijkheid over het begrip ‘begeleidingsinterventie’. Dit onderwijs- en onderzoeksbegrip zal ik een korte zin extra toelichten. Van Paul en Koen, evenals eerder van experts (behalve Diane Carp) heb ik bevestiging gekregen op het feit dat de hoofdvraag correct is. Dit laat ik daarom zo. 


25 maart 2022 – peerfeedback Ariste en Paul Leeswijzer

Van twee studenten heb ik vandaag feedback gevraagd op de leeswijzer en hen ook feedback gegeven. Kort door de bocht beoordeelde ze het voldoende, maar er was natuurlijk wel belangrijke feedback. Deze richtte zich zowel bij Paul als bij Ariste op formulering en taal. De taalaspecten zijn verbeterd. Daar had ik zelf nog niet alle aandacht aan gegeven. De formulering is inderdaad zo nu en een aandachtspunt. Met name mijn vaardigheid om langere zinnen te formuleren. Soms krijg ik de zinnen echt niet compacter of korter zonder de volledige context plat te slaan, dan kies ik ervoor het zo te laten. Paul merkte verder op tijdens het lezen dat hij het veel verwijzingen naar bronnen vond, maar toen hij de literatuurlijst zag het eigenlijk wel schappelijk vond. Wat hij goed vond is dat ik alles steeds onderbouw, maar daardoor kan ik zelf en mijn positie wel uit het onderzoek raken.

Reflectie: De opmerking van Paul over de onderbouwing herken ik. Ik snap ook het gevaar. Tegelijkertijd zien we beiden ook de kracht ervan. Ik denk dat ik in een gesprek persoonlijk sterker naar voren kom dan op papier. Daar moet en mag ik nog in zoeken.


23 maart 2022 – peerfeedback Koen Crul Leeswijzer

Via de mail hebben Koen en ik feedback op de leeswijzer uitgewisseld. De ontvangen feedback heeft ervoor gezorgd dat ik in ieder geval enorm ben gaan schuiven in de volgorde van mijn document. Dit ook om de feedback van Job Balk hiermee in lijn te brengen en conclusies zo scherper te kunnen stellen. Zo kon ik duidelijker benoemen wat voor type onderzoek het is. Koen gaf verder aan dat de competenties van dramaonderwijs duidelijker benoemd moesten worden, dit komt bij Koen steeds terug merk ik in gesprekken. Ik heb dit inmiddels geprobeerd met korte termen te doen, maar omdat het gaat om eerstejaars pabo studenten en niet om theaterdocenten blijft het toch meer op de oppervlakte. Het meenemen van de lezer zal ik dan ook volgens Koen meer moeten doen.

Reflectie: ik herken de opmerking van Koen om de lezer meer mee te nemen. Bij eerdere versies van mijn positionering liep ik hier ook tegenaan. Blijkbaar moet ik eerst daaromheen schrijven alvorens ik dat ga of kan doen. 


23 maart 2022 – Voice over bij de kritische reflectie video

Als inleiding op mijn geschreven kritische reflectie wilde ik een video maken om het geheel ook meer te visualiseren. Op deze wijze is niet alles tekst. Hiervoor heb ik de video een paar keer bekeken en vertraagd waar nodig om accenten te leggen. Vervolgens heb ik er de woorden bijgeschreven om te duiden wat ik in het proces ervaren heb en belangrijk vond.


21 maart 2022 – Peerfeedback positionering Mitzy

In deze avond hebben Mitzy en ik onze positionering uitgewisseld en elkaar peerfeedback gegeven. Mijn feedback voor Mitzy richtte zich vooral op de structuur en de opbouw. De feedback die ik van Mitzy ontving richtte zich voor het merendeel op woordkeuzes en hier en daar een extra duiding. Het aspect van het noemen van mijn persoonlijke standpunt kwam nu minder naar voren en werd minder genoemd.

Reflectie: Ik vond het prettig hoe Mitzy grondig door mijn tekst ging om woord voor woord soms duiding te vragen. Mitzy kon de opbouw volgen. Ik heb de feedbackpunten meegenomen en verwerkt waar ik dat nodig achtte. Hierna vraag ik slechts nog eenmaal een kritische blik op de spelling & grammatica en dat is dat, na 9 versies, de definitieve versie. Ik vind het prachtig om te ervaren hoe door expertfeedback en peerfeedback een dergelijk stuk steeds beter wordt. Eerst is er de grote lijn, dan de structuur, die ik vervolgens herordenen moet, dan is er de feedback op kleiner niveau, tot het zich op detailniveau afspeelt. 


20 maart 2022 – Job Balk – Feedback leeswijzer

Gesprekspartner: Job Balk

Context: Leeswijzer

Op de research day van 11 maart was ik helaas uitgeschakeld door ziekte. Hierdoor heb ik mijn experts niet kunnen spreken. Beide waren bereid later alsnog feedback te geven. Job heeft daarop gereageerd. Ik heb Job gevraagd naar mijn logboek te kijken, met name deel 2. Hij las de eerste versie die ik schreef en merkte het volgende op.

Hierbij mijn feedback. Ik heb op jouw verzoek specifiek gekeken naar deel 2 van je leeswijzer: ‘voorlopige conclusie en nieuwsgierigheid’. Je hebt een interessant en relevant onderwerp gekozen voor jouw werkveld, lijkt mij leuk om te doen! Tijdens het lezen vielen mij een aantal dingen op:

  • Je geeft nu (in deel 2) vooral een weergave van de onderzoeksresultaten. Dat hoort ook in je onderzoek, maar dat is geen conclusie. Een conclusie komt voort uit je onderzoeksresultaten en is een antwoord op je onderzoeksvraag. Welke uitspraken kun je doen op basis van de onderzoeksresultaten? Het door jouw geformuleerde doel van het onderzoek kan je helpen om je conclusie te schrijven. In principe gebruik je literatuur/theorie daar alleen om je conclusies te onderbouwen.
  • Het is mij niet helemaal duidelijk welk type onderzoek je aan het doen bent. Het gaat over actieonderzoek, maar ook over ontwerpen (prototype) en daarnaast heb je het over ‘evaluatie van een begeleidingsinterventie’. Dat kunnen drie verschillende onderzoeken op zichzelf zijn. Als je een keuze maakt qua typering van je onderzoek weet je ook wat het onderzoek moet opleveren en dat helpt bij het schrijven van je conclusie.
  • Een conclusie kun je afsluiten met discussiepunten en aanbevelingen. Om de juiste aanbevelingen te kunnen doen moet je beslissen of het aanbevelingen zijn voor een verandering, voor een ontwerp of aanbevelingen voor het inzetten van een ‘begeleidingsinterventie’ op basis van kennis die je hebt opgedaan bij het evalueren van deze interventie.

Ik merk op dat ik duidelijker mijn onderzoeksresultaten dien weer te geven. Naast dat ik daar signaalwoorden voor zal gebruiken zal ik ook moeten minderen wellicht in het duiden van alles. Dit neem ik mee. De vraag voor het type onderzoek die naar boven komt snap ik, dit heb ik onvoldoende duidelijk gemaakt. Ik zal aan de hand van de toegepaste methodetriangulatie duiden dat het om een ontwerpgericht onderzoek gaat. In mijn conclusie heb ik nu geen aanbevelingen of discussiepunten staan. Een discussiepunt komt wel naar voren, maar dit kan ik duidelijker verwoorden. De aanbeveling moet überhaupt worden genoemd.

Reflectie: ondanks dat het om digitale feedback gaat (door omstandigheden) en er dus niet echt een gesprek en uitwisseling op gang komt is het wel heel prettig om een verse blik op mijn leeswijzer te krijgen. Inhoudelijk is het geheel te volgen geweest, anders was daar wel een opmerking over geweest. Dat ik de conclusie scherper moet stellen, daar ben ik het mee eens. Ik merk dat ik alles wil onderbouwen verstevigen met bronnen en ervaringen uit het praktijkonderzoek. Dat lijkt mij prima, maar zo nu en dan mag ik dus zeggen: ‘hieruit vloeit’…, ‘concluderend’. De opmerking over het type onderzoek kan ik goed plaatsen, die kwam in het begin ook enkele keren naar voren. Blijkbaar heb ik hierin een stukje duiding nog niet weergegeven in mijn leeswijzer. 


19 maart 2022 – afronden fase 3 

Vandaag ben ik fase 3 van de begeleidingsinterventie aan het analyseren om de deelvragen vanuit deze fase te beantwoorden, zodat ik morgen mijn tussenconclusie en antwoord op de hoofdvraag kan stellen.


19 maart 2022 – video met afbeeldingen gemaakt voor kritische reflectie

Ten behoeve van een kritische reflectie heb ik twee afbeeldingen op mijn verzamelwand gemaakt die uiteindelijk onderdeel zijn de kritische reflectie in een video.


17 maart 2022 – peerfeedback Koen Crul op positionering

Van Koen Crul kreeg ik de volgende peerfeedback op versie 6 van mijn positionering (inmiddels heb ik versie 7 af).

Ik ben blij dat het merendeel van de punten op orde is. Het persoonlijke stuk blijft voor mij een aandachtspunt. Dit hangt samen met het feit dat ik hiermee een bijdrage aan het praktijkleren wil brengen, maar dat ik tegelijkertijd zie en voel hoe lastig ik dit vind. De bronnen van anderen vind ik daarmee sterker. Ik heb in versie 7 het al scherper proberen te stellen. Ik ga nu versie 8 maken en die nog voor peerfeedback (Mitzy van den Eynde) en expertfeedback (Jeroen Onstenk) inleveren. Daarna zal ik er wel moeten zijn.


17 maart 2022 – Feedback op positionering en logboek van Diane Carp

Diane Carp is medeauteur van Spelend leren en ontdekken (Heijndanus-de Boer et al., 2022), heeft een master kunsteducatie en was betrokken bij de master kunsteducatie te Amsterdam. Diane Carp heeft feedback gegeven op het logboek aan de hand van de leeswijzer (introductie en deel 1) en op de positionering. Hieronder verwerk ik haar reactie of reageer ik erop.

Dianereactie

16 maart 2022 – uren – kritische reflectie

Op dit moment heb ik 476,5 uur van de 476 uur die voor het onderzoek staan eraan besteed. Kritisch zijnde hierop kan ik zeggen dat mijn onderzoek groot is binnen een complexe context met veel facetten. Daarnaast heb ik een breed literatuuronderzoek gedaan en heeft het transcriberen (9 begeleidingsinterventies, 2 focusgroepen (tot nu toe) en 2 interviews) evenals de gespreksverslagen veel tijd gekost. Kan dit kleiner? Ja, maar dan lever ik in de kwantiteit en daarmee op een stukje kwaliteit. Want juist die diverse persoonlijke context waarin de begeleidingsgesprekken plaatsvinden is nodig om te overlap ertussen te vinden.


14 maart 2022 – positionering herzien

Ik heb de feedback van Charissa en Ariste op mijn positionering kunnen verwerken en heb deze versie weer gestuurd naar anderen (Koen, Diane, Suzanne) voor meer feedback. Hier heb ik vertrouwen in.

Ariste en Charissa merkten een verschil op in deze versie en vonden het geheel meer navolgbaar en logisch. Ariste mistte nog altijd ‘meer Sander’ en zoals eerder aangegeven blijf ik hier dus mee stoeien, omdat ik mijzelf in het onderzoek echt niet zo interessant vind en de relevantie ervan zo nu en dan allicht ook vind ontkrachten. Toch, zal ik zoeken naar hoe ik dit nog meer naar voren kan krijgen.


7 tot en met 12 maart 2022 – Corona

> out of office < 

In deze tijden van corona is er niet aan te ontkomen dat het werk en het onderzoek even stil komt te liggen. Ik leek de dans te kunnen ontspringen, maar helaas. Het merendeel van deze dagen ben ik voor een groot gedeelte uitgeschakeld geweest door corona.

Juist deze dagen had ik een hoop gepland om te gaan doen. Daarnaast miste ik hierdoor een onderzoekszaterdag met experts (met deze neem ik later contact op voor mijn leeswijzer) en ik mis feedback op de positionering via peerscolar. Via enkele peers (Ariste en Charissa) had ik al feedback ontvangen, dus nu vraag ik zelf aan enkele peers (Ariste en Charissa nogmaals en Koen), evenals aan drie experts van buiten (Suzanne Klatten, Diane Carp en Jeroen Onstenk) feedback.

In de positionering heb ik vertrouwen. In de leeswijzer zal het van de beschikbare tijd afhangen.

> out of office < 


8 maart 2022 – Ronald Hueskens – interbeoordelingsbetrouwbaarheidscheck en reactie

Gesprekspartner: Ronald Hueskens

Context: Feedback onderzoek, gesprek en interbeoordelingsbetrouwbaarheidscheck

Vandaag heb ik met opleidingsdocent drama van de pabo van Amsterdam (HvA) contact gehad om te spreken over het onderzoek. De begeleidingsinterventie vond Ronald interessant en hij herkende het probleem van de vooral pedagogische feedback. Bij het doorlopen van de transcriptie van de begeleidingsinterventie van respondent 2 benoemde hij ook dat het hem opviel dat de studenten het klassenmanagement zo lastig blijven vinden binnen de dramales. Daarnaast benoemde hij dat de begeleidingsinterventie relevant is binnen het praktijkleren en dat hij ermee aan de slag wilde gaan.

Als kritische vraag op de meer iteratieve wijze van het aanbieden van de vragen bij de foto noemde hij dat ook de plaatsing van de vragen vermoedelijk relevant kan zijn. Door de leeswijze (van links naar rechts en boven naar beneden) zullen sommige vragen, bijvoorbeeld die over de verbeelding meer opvallen. We concludeerden dat echt willekeurig de vragen daarmee dus nooit voorbij komen. Het plaatsen van de vraag over de verbeelding links boven leek daarmee overigens wel een juiste plek.

In het controleren en nalopen van de codering hadden we één bijstelling, namelijk: ‘Dit is het moment dat ze dan inderdaad slingers ophangen en daarna gingen we ook nog ballonnen opblazen.’ (Respondent 2, uit begeleidingsinterventie fase 3). Hiervan concludeerden we dat er hiermee ook een beroep op de creativiteit werd gedaan. 

Reflectie: het was prettig om van een mededramadocent aan de pabo te horen dat de begeleidingsinterventie interessant was en dat hij ermee aan de slag wilde. De kritische blik op de wijze van het aanbieden van de vragen zette me aan het denken over de vormgeving ervan. We hebben het ook nog gehad over het mee spelmatig aanbieden van de vragen in de vorm van kaartjes, maar dat maakt het juist weer minder toegankelijk voor de student. Daarnaast was het fijn om te merken dat de codering en wijze van coderen in deze redelijk overeen kwam. 


3 maart 2022 – Jeroen Onstenk- interbeoordelingsbetrouwbaarheidscheck

Mailcontact: Jeroen Onstenk

Context: Interbeoordelingsbetrouwbaarheidscheck

Per mail heeft Jeroen Onstenk een check uitgevoerd op de codering. Op deze wijze onstaat een interbeoordelingsbetrouwbaarheidscheck. Later voer ik dit ook nog uit met een dramadocent, zo heb ik zowel een pedagoog als dramadocent hierin betrokken voor de kritische blik.

Jeroen geeft in de mail aan: ‘

Ha Sander,

Hierbij wat opmerkingen. Het is erg leuk materiaal.

Wat mij vooral opvalt is het verschil tussen beide studenten in de mate waarin ze weten en kunnen vertellen wat ze doen. En dat de begeleider eigenlijk weinig doorvraagt of toevoegt.

Het valt ook op dat niet alle codes worden gebruikt. Elders wel?

Op zich kan ik me bijna overal in de codering vinden. Of de codes voldoende differentiëren vind ik lastig te beoordelen. Mn bij ped. Handelen en klassenmanagement zit het erg dicht bij elkaar.

Op het eerste gezicht klopt de mate van detaillering van de codes zoals hieronder aangegeven niet helemaal met wat je in het materiaal ziet. Met name vakdidactiek blijft zo wat globaal, terwijl je juist daar verschillen ziet tussen de studenten.

Hopelijk heb je hier iets aan.’

En de reactie op de codering:

Student S fase 3 - respondent 2 JO

en

Student L fase 3 - respondent 6 JO

Om daar allereerst op de reageren valt het mij ook op dat er ditmaal (fase 3) geen algemene didactische aspecten naar voren kwamen ten opzichte van fase 2. Dit kan aan deze twee gesprekken liggen, aan het doorvragen (dat Jeroen ook opvallend weinig aanwezig vond) of aan de herziening van de interventie (die daarmee zijn werk deed).

De codering van pedagogisch handelen en klassenmanagement ligt soms bij elkaar, maar dit laat ik zijn omdat er een twee maal overlap is met vakdidactisch handelen en ik anders dat verschil niet kan maken.

Binnen de vakdidactiek zou ik meer kunnen specificeren, alhoewel het dan voor kan komen dan sommige aspecten niet genoemd worden door de diversiteit. Daarom had ik eerder minder categorieën genoemd. Ik stel dan ook voor om dit in de beschrijving nader toe te lichten.

Reflectie: vanuit het commentaar van Jeroen Onstenk en de latere blik van Ronald Hueskens zal ik de codering kritisch bekijken en eventueel herzien. Er zijn bij respondent 6 enkele zinnen (3 stuks) die ik nog moet coderen en ik kan de context van het gesprek nog meer duiden. Bij respondent 2 zijn er ook drie stukken die ik alsnog moet coderen en twee stukken waarover Jeroen kritisch vragen stel. Hier moet ik in de codering een keuze maken vanuit de kritische vragen. Ook de context kan ik nog wat meer duiden vooraf.