Februari 2022 – tijd
26 februari 2022 – conclusies trekken literatuuronderzoek & soms praktijk.
Het is tijd om de eerste tussenconclusies op de deelvragen te formuleren. Ik merk dat ik het fijn vind om te doen om de samenvoegingen uit de literatuuronderdelen te benoemen en samen tot conclusies te herkennen. Wel bemerk ik, dat ondanks dat de eerste vijf deelvragen meer theoretisch zijn ik er toch ook praktische aspecten uit focusgroepgesprekken, interviews en observaties bij benoem. Hiermee leg ik meteen verbanden en komt de theorie en de praktijk dichter bij elkaar. Het is, mijn inziens, zonde om dit niet te doen wanneer de verbanden er zijn.
25 februari 2022 – Tobias Frensen (intern begeleider) formatieve feedback leeswijzer en positionering
Gesprekspartner: Tobias Frensen
Context: Feedback positionering en leeswijzer
Van Tobias kreeg ik allereerst het compliment dat de tekst goed te volgen was en als positionering aansluit bij het actuele vraagstuk van het praktijkleren. Hier was ik blij mee, want met name de opbouw ben ik erg mee aan het stoeien geweest. In algemene zin maak hij wel de kanttekening dat de positionering hier en daar scherper kan, de persoonlijke positionering duidelijker naar voren kan komen. De bronnen zijn divers en komen uit verschillende tradities. Dat is prettig.
Reflectie: het echt stelling nemen in de positionering vind ik nog spannend en lastig. Ook omdat ik dit in samenspraak met de literatuur en het vraagstuk van het werkveld wil doen. Hierin zoek ik nog. ‘Neem echt stelling’ geeft Tobias aan. Dit neem ik ter harte en probeer ik volgende versies te doen. Ik vind mijn eigen mening, zonder onderbouwing van anderen, soms niet krachtig genoeg (het niet waard). Of andersom soms vind ik de mening en positie van anderen krachtiger om te gebruiken, dan om het zelf te zeggen. Daarnaast kijk ik nog kritisch naar enkele bronnen en daarmee kan ik mezelf afvragen of ik het niet moeilijker maak dan het is daarmee voor de lezer.
19 februari 2022 – leeswijzer ontwerpen (deel 1)
Vandaag ben ik de leeswijzer gaan ontwerpen en dan met name deel 1. Ik ben hierbij vertrokken vanuit het idee dat het een routekaart moet zijn die houvast biedt om de juiste stukken te vinden. Hierom heb ik ervoor gekozen het ook als een schematische route weer te geven, maar wel voorafgegaan door een introductie met context. Ik heb hiervoor eerst een schets gemaakt en vervolgens dit uitgewerkt.
18 februari 2022 – Peerfeedback positionering
Gesprekspartner: Charissa Koek, Ariste Alorerij
Context: Feedback positionering
Op de positionering heb ik peerfeedback gevraagd en gegeven op het werk van Ariste Aloserij en Charissa Koek. De gegeven en ontvangen feedback heeft plaatsgevonden op basis van het beoordelingsmodel. In de feedback die ik gegeven heb viel het mij vooral op dat ik feedback gaf op het gebruik van APA, het onderlinge verband van de tekst en of ik het kon volgen. Daarnaast ben ik kritisch geweest op de bronnen en de diversiteit ervan.
In de ontvangen feedback kwam vooral naar voren dat ik de lezer meer mee moet nemen in het geheel en de context en enkele woorden allicht moet duiden. De persoonlijke context moet dus duidelijker naar voren komen. Enkele begrippen als stimulated recall en pedagogiek verdienen iets meer duiding. Daarnaast kreeg ik feedback op spelling en zinsbouw, dat had ik verwacht, want daar had ik nog niet alle aandacht aan gegeven.
Reflectie: Ik verbaasde mij over het meekrijgen van mijn lezer. Ik dacht dat ik dat inmiddels wel had gedaan. Hierom heb ik de opbouw drastisch herzien voordat ik aan Tobias feedback vroeg. Het missen van de persoonlijke positionering in de context vind ik een lastige, want zelf zou ik veel liever minder aan praktijkleren doen, maar binnen de context werk ik werk doe ik met het onderzoek er juist een bijdrage aan. Dit omdat ik op deze wijze het praktijkleren wil verbeteren, omdat de ingeslagen weg van het praktijkleren niet zozeer te keren is. Dit benoem ik nu duidelijker.
17 februari 2022 – Diane Carp & Hans Boekel
Tijdens een bijeenkomst over de nieuwe druk van Spelend leren en ontdekken (Heijdanus-de Boer et al., 2022) sprak ik met Diane Carp en Hans Boekel over mijn onderzoek en begeleidingsinterventie. Ze vonden het interessant om te horen wat en hoe er over een foto gezegd kan worden over drama. Hans pakte direct een foto uit het boek erbij om naar zijn eigen handelen te kijken en benoemde dat hij inderdaad aspecten over de relatie met de leerlingen, de betrokkenheid en de manier van aansturen kon benoemen.
Diane Carp noemde dat ze de methodiek herkende als stimulated recall. Dat is fijn, want dat is ook waar ik het onderzoek toe inzet.
In het gesprek kwam naar voren dat het een waardevolle begeleidingsmethodiek kan zijn binnen de beperkte tijd.
Reflectie: Ik denk dat door dit gesprek en de eerdere blik van Jolijn Zwart (opleidingsdocent dans/drama Inholland Den Haag) dat de begeleidingsinterventie gewaardeerd kan worden.
12 februari 2022 – to do, busy, done
Een blik op de voortgang van de to-do lijst. Ik ga dit weekend niet alles redden wat ik wil doen. Iedere keer blijkt alles toch meer tijd te kosten dat ik denk. Ik kan dat lastig inschatten. Prioriteit ligt de komende week bij het aanvullen van de theorie over bewustwording en het analyseren van de gesprekken uit fase 1 met de codering in fase 2. Daarnaast wil ik 18 februari een eerste schets van de positionering hebben geschreven en opzet van de routeplanning bij mijn leeswijzer hebben ontworpen. Op 21 februari heb ik als doel om mijn eerste tussentijdse conclusies te vormen als antwoord op de deelvragen.
Een blik op mijn to-dolijst (tijd: 11.39).
11 februari 2022 – to do, busy, done
Een blik op mijn to-dolijst (tijd: 12.39).
Daarnaast kan ik in tijd concluderen dat ik bijna het aantal uren aan mijn onderzoek heb besteed dat ervoor staat. Kritische kanttekening is wel dat het februari is en nog vele onderdelen niet zijn uitgevoerd.
12 februari 2022 – aanpassing begeleidingsinterventie (Kritische reflectie)
Ondanks dat ik dacht ik zondag 6 februari mij laatste begeleidingsinterventie voor het onderzoek had gestuurd kwam ik tijdens het samenvoegen en concluderen van mijn theoretisch kader dat ik een belangrijk aspect, dat ik zelf ook miste in de transcripten, over het hoofd had gezien. Het ‘hoe’ moest door de studenten beter worden geëxpliciteerd (bijvoorbeeld in lijn met Bouwhuis (2020)). Hiervoor heb ik drie korte vragen aan de iteratieve vragenlijst toegevoegd. Zie hieronder. Ondanks dat ik weet dat allicht één van mijn respondenten dit niet mee heeft kunnen nemen, zullen de andere dit wel mee kunnen nemen.
aanpassingPrototype fase 2 - voor de studenten11 februari 2022 – to do, busy, done
Een blik op mijn to-dolijst (tijd: 11.54).
11 februari 2022 – feedback verwerkt
Inmiddels heb ik alle feedback op mijn theoretische kader verwerkt. Ik ben er nu aan toe om dit te gaan samenvatten en in verbinding met elkaar en andere praktijkdata te brengen om zo conclusies te kunnen trekken. Ik heb feedback gehad op de theoretische onderbouwing door:
- Margriet Brosens (opleidingsdocent dans/drama Inholland Rotterdam)
- Suzanne Klatten (docent communicatie HU)
- Anna van der Kooij (opleidingsdocent en pedagoog Inholland Den Haag)
- Annemieke Epema (opleidingsdocent en pedagoog Inholland Den Haag)
10 februari 2022 – begeleidingsgesprek Jeroen Onstenk
Wederom een live gesprek mijn extern begeleider. Fijn dat het weer live was. We hebben gesproken over het kijken naar de codering. Jeroen gaf aan dat het verstandig is zelf open te coderen en daarna een collega, ander of hemzelf ook te laten kijken (interbeoordelingsbetrouwbaarheid). Naast een terugkoppeling naar de student voor een membercheck. Ik heb dit beide met enkele gesprekken uit fase 1 gedaan. Hierbij ben ik samen met Jansje Meijman gaan coderen en vergelijken. Ook de membercheck pas ik toe, maar ik zou hierbij actiever kunnen vragen naar de check.
Problemen die in de codering voor zouden kunnen komen zijn:
- Er is door de praktijkbegeleider onvoldoende doorgevraagd
- Het materiaal is niet goed te interpreteren binnen een code.
- De code is niet duidelijk.
Dit zou ik mij als onderzoeker kunnen afvragen.
Wanneer de codering compleet is (van de gesprekken van fase 1 is dat inmiddels zo, daarop ga ik omwille van de tijd nu geen interbeoordelingsbetrouwbaarheidscheck op uitvoeren. Dit ga ik bij de gesprekken van fase 3 bij 2 stuks wel doen. Een membercheck doe ik bij fase 3 gerichter met vragen) voeg ik dezelfde codes achter elkaar. Jeroen Onstenk gaf als tip om dan per fragment er een kernwoord aan te hangen en die kernwoorden met elkaar en een aansprekend citaat met elkaar te verbinden.
Daarnaast heb ik besproken hoe ik op dit moment verschillende aspecten die bij elkaar horen met elkaar aan het vergelijken ben. Dat klonk Jeroen Onstenk naar behoren in de oren. Hij gaf als kanttekening om altijd de vraag te blijven stellen: meet ik wat ik wil weten (validiteit) en wat meet ik (wat is het dat ik meet). Hierbij dien ik oog te houden dat het steeds vanuit het perspectief van drama bekeken dient te worden.
We hebben het ook nog gehad over de communicatie, al is dat niet de expertise van Jeroen Onstenk, aldus hemzelf. Hij gaf als idee om ook met foto’s te werken, waar ik zelf nu aan een meer documentaire achtig ontwerp dacht.
In de interviews met de praktijkbegeleiders zou ik nog meer in de gaten kunnen houden waarom ze welke foto hebben gemaakt. Daarop mag ik doorvragen.
Reflectie: Met name de codering samen bekijken wordt tijdstechnisch een uitdaging, maar is wel noodzakelijk. Hierom zal ik moeten afbakenen en in fase dit met 2 gesprekken doen en de andere later meenemen. Anders ga ik niet op tijd een tussenconclusie kunnen trekken. Het was een fijn gesprek waar ik met vertrouwen vertrok.
6 februari 2022 – performatieve actie bij de interventie?
Ik ben de interventie gaan bijstellen en ondanks dat ik mij bewust ben van het feit dat door het nagesprek tussen de student en prakijkbegeleider er niet persé iets hoeft te veranderen in het handelen van de student kies ik ervoor om dit nagesprek toch vooral in woorden te laten. Het toevoegen van een meer performatieve actie maakt mijn onderzoeksdata complex en is ook binnen de tijd allicht niet haalbaar. daarnaast is het niet wat ik persé met mijn vraag wil onderzoeken. Ik sluit hierbij aan bij de kritiek van mijn extern begeleider die op 2 januari naar mij mailde:
‘Wb performatieve toevoeging. Of dat qua interventie een goed idee is zou kunnen, maar dat kan ik niet overzien (valt buiten mijn expertise). Wel ga je gedrag dan stimuleren buiten de praktijkcontext (en ik weet niet of de theorie dat bedoelt.
Voor het onderzoek is het wellicht wel lastig. Je krijgt een nieuw soort lastig te verwerken data. En je bouwt een extra variatie is waardoor in de tijd data lastig vergelijkbaar zijn.’
5 februari 2022 – reflectie
Door met de website (logboek) te puzzelen te puzzelen heb ik het idee dat ik, wanneer ik een schematisch overzicht bij de leeswijzer stop als routekaart, dat ik dan mijn lezer meer mee kan nemen.
De analyses van de fases kan ik wel gebruiken bij de omschrijving van het proces van het praktijkonderzoek, maar ik ga erboven zetten welke data erin zijn gebruikt, zodat dit meer navolgbaar is en eronder zetten wel conclusies ik voor mijn ontwerp meeneem. Dit kan ik vervolgens aan de theorie koppelen, waarmee ik hetzelfde kan doen.
Op deze wijze hoop ik inzichten makkelijker navolgbaar te tonen.
5 februari 2022 – Analyseren
Vandaag aan de slag geweest om mijn praktijkdata van fase 1 te analyseren en oog te hebben voor de feedback van de onderzoeksdag. Tussentijds maak ik korte tussenconclusies (die noem ik in de analyse: tussentijdse samenhang) en ik sluit af met een eindconclusie. Het to-do lijstje is korter geworden, dat geeft een goed gevoel. Er is nog een hoop werk te verzetten en data te verwerken, want dit weekend wil ik tot en met fase 2 geanalyseerd hebben. Dit weekend (uiterlijk 6 februari) moet ik namelijk de herziene vragen naar mijn focusgroep sturen. Anders heb ik niet op tijd de input.
4 februari 2022 – Onderzoeksdag
De onderzoeksdag was een pittige confrontatie. Ik kwam tot de conclusie dat ik, door de hoeveelheid data, nog onvoldoende had geanalyseerd om tussentijds conclusie te trekken. Dat wat ik dacht dat ik het geanalyseerd, was te groot en te veel. Het was voor een onbekende lezer daarmee onnavolgbaar. Fase O zal ik dus gedeeltelijk moet herformuleren.
De feedback op mijn logboek was voldoende, maar ik dien echt oog te houden voor de structuur. Een onbekende zal ik goed moeten begeleiden met mijn leeswijzer. Komende anderhalve week ga ik deze informatie samen met de input over de analyse samenbrengen.
Er is een behoorlijke to-do lijst van kleine taken uitgekomen en ook grotere taken als het gaat om het inzichtelijk maken van het met elkaar in verband brengen van praktijkdata.
Op de praktijkdata heb ik (peer)feedback gekregen op mijn oriëntatiefase van:
- Paul Verschuur
- Ariste Aloserij
- Denise Vervuren
Deze feedback richtte zich vooral op de hoeveelheid en het behapbaar maken. Hiervoor dien ik eerste te analyseren en daarna te concluderen. Steeds per eenheid bij elkaar.
Reflectie: Met name de praktijkdata levert veel input op. Ik zit met een groot gedeelte nog in een analytische fase waardoor conclusies trekken lastig is. Deze dien ik eerst stapsgewijs te analyseren en daarna pas conclusies te trekken. Per eenheid een conclusie trekken en dat alles dan met elkaar verbinden.